Hoi, ik ben Jonas Kooyman, oprichter van Havermelkelite. In deze nieuwsbrief schrijf ik over trends en statussymbolen in de wereld van jonge stedelingen, iets dat ik voorheen jarenlang deed als journalist bij NRC Handelsblad. Voor vijf euro ontvang je twee keer per maand de uitgebreide editie, aanmelden kan hier. Ook is er een boek in de maak, dat deze zomer verschijnt bij uitgeverij Das Mag.
Goedemorgen havermelkelite,
Journalist en columnist Kitty Herweijer, gastredacteur van deze nieuwsbrief, is wat je noemt een klassemigrant; ze groeide op in een eenoudergezin met weinig geld. Nu ze zich in havermelkelite-kringen bevindt, kan ze genieten van dure koffie of luxe geurkaarsen.
Opvallend genoeg, schrijft ze, doen leeftijdgenoten die opgroeiden in welvaart dat niet. Ze maken hun eigen levensstijl - yoga, small plate restaurants - belachelijk én ontkennen ook nog eens dat ze tot de elite behoren. Waarom eigenlijk? Je leest het in Kitty’s boeiende essay hieronder.
Alvast een goed weekend,
Jonas
HME-tip: PEREC
Voor een avond in artistieke Parijse vibe tip ik PEREC van de Poezieboys. Deze voorstelling is een ode aan de legendarische Franse schrijver en dichter Georges Perec. De Poezieboys weten in hun dampende, vaak uitverkochte voorstellingen een vleugje rock en roll te geven aan de dichtkunst en dat zal ook deze keer weer gebeuren. Kaartjes bestel je hier, de voorstelling is tot en met mei 2024 op tournee.
#partner
Waarom ik geniet van koffie voor 7 euro
Door Kitty Herweijer
Een tijd geleden was ik op een feestje waarover een smakelijke meme gemaakt had kunnen worden. Er waren hippe creatievelingen aanwezig, er werd natuurwijn geschonken en als klap op de vuurpijl waren er allerlei mini-stands met hapjes, waaronder een ouderwetse popcornkar. De smaken voor de popcorn waren niet zoet of zout maar parmezaan of truffel.
Het was een feestje waar ik van tevoren geen zin in had, en bij het horen van truffel rolde ik met mijn ogen. Zo cliché. Zo havermelkbullshit. Op het feestje raakte ik in gesprek met een jongen en begon ik de truffelpopcorn af te kraken. Ik verwachtte bijval, maar ik had verkeerd publiek te pakken; hij begreep mijn probleem niet, de popcorn was toch gewoon lekker?
Natuurwijn, yogalessen, shared dining, dure geurkaarsen, het zijn allemaal dingen die we niet als levensstijl kunnen accepteren zonder onszelf tegelijkertijd belachelijk te maken. Want, ook al doen we het toch: wij weten heus wel dat het belachelijk is om zeven euro voor een kopje koffie te betalen.
Het is iets wat waarschijnlijk meer mensen ervaren. En in het onderliggende ongemak over de eigen levensstijl, die zich uit in ironische belachelijkmakerij, zit een ondertoon van ontkenning.
Het Gooi
Waar mensen in Nederland worden gevraagd of zij elite zijn, is het antwoord vrijwel altijd: nee. De elite is altijd de ander. In het welbekende Gooi, waar de gemiddelde prijs voor een huis richting de miljoen gaat, wordt bijvoorbeeld verbaasd gereageerd op die vraag. Elite, ik? Het is ook wat oud-hoofdredacteur van Quote Sander Schimmelpenninck zag toen hij op onderzoek uitging voor zijn boek Elite gezocht. Hij bevond zich regelmatig onder de financiële elite in netwerkclubs en privéscholen. Wat hem opviel: geen van de aanwezigen beschouwde zichzelf als elite. De elite? Dat waren de lui in de politiek of de culturele voorhoede.
Maar dit is niet de enige voorhoede van de samenleving die de eigen positie het liefst ontkent. De culturele elite wijst als het over ‘elite’ gaat naar de financiële elite. Daar zit immers het geld, en geld is macht, al zien de mensen in het Gooi dat blijkbaar weer niet zo. Zelfs de premier – toch de ultieme belichaming van politieke elite zou je denken - beschouwt zichzelf niet als elite. Hij had het ooit zonder gêne over de ‘witte wijn sippende elite’, waarmee hij Amsterdammers bedoelde.
Iedereen wijst naar elkaar op dit vlak. Elite ik? Ik ben slechts iemand met een ‘baantje’, zo drukt Rutte ons op het hart. Het is echter een ontkenning die een doel dient.
Wat wil de samenleving van mensen die wij als elite beschouwen? Dat ze verantwoordelijkheid nemen voor hun positie. De één procent moet meer belasting betalen. De culturele elite moet uit zijn of haar bubbel komen en niet enkel preken over barmhartigheid en klimaatproblematiek, maar zélf vluchtelingen opvangen en minder vliegen. De politieke elite moet eveneens uit haar ivoren toren komen en de handen uit de mouwen steken.
Babyboomers
In zijn boek Bobos in Paradise beschrijft David Brooks hoe de generatie van babyboomers die in de tegencultuur van de jaren zestig opgroeiden in hun latere leven ongemak begonnen te voelen bij hun materiële welvaart. Dit ongemak uitten ze door hun uitgavepatroon zo in te richten dat niet opviel dat het ver van hun vroegere hippie-zijn afstond. Hun huizen werden ingericht op manieren die geen zichtbare welvaart uitstraalde, maar ‘goede smaak’. Dure tv’s met soundsystems werden er niet gekocht. Hun welvaart was enkel voor de goede verstaander te zien.
Het verhullen van je welvaart en klassepositie - zelfs als je je daarvoor in allerlei bochten moet wringen - is een vorm van statusontkenning. Het is rechtstreeks te zien in een fenomeen als als poverty play. Welvarende twintigers die zich kleden alsof ze uit de diepste krochten van de onderklasse zijn gekropen, terwijl ze negen van de tien keer opgroeiden in (hogere-)middenklasse gezinnen.
Is ironie misschien ook een truc waarmee we onze eigen klassepositie verbergen? Is het belachelijk maken van de eigen levensstijl niet ook een manier om geen verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen positie?
Rijke millennials
Zelf ben ik klassemigrant; ik groeide op in een eenoudergezin met weinig geld.
Keep reading with a 7-day free trial
Subscribe to Havermelkelite to keep reading this post and get 7 days of free access to the full post archives.